Luisteren met aandacht
Al surfend over internet kom je soms verrassende dingen tegen, er wordt nogal wat gepost. Ik lees echt niet alles, simpelweg omdat mij aan de tijd ontbreekt, maar ook omdat het mij op het eerste gezicht even niet boeit. Soms kom ik er later nog op terug. Maar dan ineens kom je een vlog tegen die het op dat moment absoluut wèl doet.
Go with the flow
Deze meneer sprak over een heel bekend liedje; “Row, row ,row your boat” wat bij velen bekend is. Zijn uitgangspunt was: dat de boot voor onszelf staat, voor ons lichaam en onze geest. Hij vertelt in zijn vlog op een open en humoristische wijze dat we zacht moeten zijn voor onszelf en niets moeten forceren. Rustig meegaan in de flow, en niet tegen de stroom ingaan (ook al kan dit de aard van het beestje zijn) maar je zachtjes laten meevoeren. Je komt dan op een prettige en gezonde manier ook waar je uiteindelijk moet zijn, ik heb met plezier zitten kijken, en hij had ook nog eens gelijk, vond ik.
Drie maal drie is negen
Het heeft mij op een goede manier aan het denken gezet. Ik ben gaan luisteren naar allerlei versjes uit mijn (onze) jeugd, welke ik kon gebruiken in mijn maandelijkse blog. Eentje die aansluit op jullie vraag van deze keer. “Drie maal drie is negen en ieder zingt zijn eigen lied” kwam er het dichtst bij en het wordt nog steeds in veel kleuterklassen gezongen. Het mooie aan dit versje is dat we aangeven dat we naar een ander willen luisteren, want ieder mag zijn/haar eigen lied zingen. Er wordt misschien wel zachtjes gelachen, maar wie zingt heeft op dat moment het woord en we luisteren naar elkaar.
Wanneer stoppen we hier eigenlijk mee? Hoe komt het dat we ons eigen lied vergeten, of niet meer kunnen/mogen zingen? Is het schaamte? Mag het simpelweg niet meer omdat we mee moeten met de meute? Passen we ons niet aan, aan de groep of de maatschappij wanneer we ons eigen lied willen zingen? En wanneer we stoppen met zingen, luisteren we dan nog wel, kunnen we dat nog wel?
Ons eigen lied
Het lied, van wie dan ook, gaan we meezingen, soms nog luider als diegene het zelf doet. Waarom en wanneer beginnen we hiermee? Wanneer raken we onszelf zo kwijt, en horen we ons eigen lied niet meer, worden we iemand die we niet zijn en eigenlijk ook niet willen zijn? Dromen we onze eigen dromen niet meer, maar helpen we goedschiks of kwaadschiks de ander zijn/haar droom te verwezenlijken? Is het niet vaak zo, dat we ook de ander dan niet meer horen, echt horen?
Hoe kunnen we de ander uitleggen wat we bedoelen of voelen, als we ons eigen lied niet meer kunnen horen of durven zingen? Gaan we dan oordelen, veroordelen, misgunnen of erger, het in oorlogen uitvechten, hoe klein of groot dan ook? De ander het niet gunnen om zijn eigen lied te zingen, niet meer willen of kunnen luisteren, verarmt ons allemaal.
Maar de vraag ligt er: hoe kunnen we dit weer oppakken? Simpelweg door het weer te willen. Opnieuw dat kleine open kind te willen worden, de ander de kans geven zijn lied te zingen en ook bereid zijn te luisteren. Tenslotte begint elke verandering binnen onszelf, dan vindt het zijn weg naar buiten.
De ruimte om er te zijn
In mijn praktijk gebruik ik een mooie heldere kristal om ieder de kans te geven zijn verhaal te doen, wanneer deze vast gehouden wordt, mag de ander alleen maar luisteren… geen raad geven, niet troosten niet opstaan of weglopen, simpelweg luisteren. Wanneer de kristal weer op tafel ligt, mag de ander hem oppakken en zijn verhaal doen.
In het begin is dit best wel lastig. Ieder heeft genoeg argumenten of goede raad, biedt graag troost, maar hier gaat het om opnieuw te leren luisteren en zo de ander de kans te geven zijn eigen lied weer te gaan zingen. In andere culturen maken ze gebruik van praatstokken, ook zo’n mooi fenomeen. Het geeft kracht en troost wanneer je gewoon simpelweg mag praten, jouw verhaal vertellen, en zo je eigen lied weer gaan zingen.
Ik wil heel graag afsluiten met de woorden: row, row, row your boat, én drie maal drie is negen. Zo luisteren we niet alleen liefdevol naar onszelf, maar geven we ook de ander weer de ruimte zichzelf te mogen zijn, gehoord te worden
Wees zacht. Zing uit volle borst.
Met een liefdevolle groet,
Hanneke